
Jaap Marinus en Erik Drenth: Staatgeschreven, de zeven zekerheden
Oké, het is de maandag van het nieuwe jaar. De hele wereld ligt in bed. Maar heb ik nog een recensie te schrijven. Want dat is leuk. Nadat ik enige tijd geleden het boekje "de kerk" van Reinier Sonneveld besprak, op mijn eigen overbodig typische manier, kreeg ik nu het boek "De zeven zekerheden, Staatgeschreven", van Jaap Marinus en Erik Drenth toegestuurt. Of ik daar niet woorden over op papier kon zetten.
- di. 1 jan. 2013 15:45:00
- Geestig
De opzet van het boek is eenvoudig. Na een voorwoord van cultuurtheoloog Frank G. Bosman (niemand weet waar die G voor staat) is er een korte inleiding door Jaap en Erik. Waarin uitgelegd wordt dat Jaap in staat is om zonder over z'n eigen tong te struikelen tegen meisjes te praten en er moeilijke woorden zoals "fel-vrijzinnig" en "fundamentalistisch-orthodox" gebruikt worden. Wat natuurlijk pleonasmen van de hoge bovenste plank zijn.
Over de rest van het boek merk ik dat er twee tegenstrijdige meningen in mij in een episch gevecht verwikkeld zijn. Die van de degelijke orthodoxe christenhond en die van de harde vrijdenkende atheïst. Wat me, schrijftechnisch gezien, een fantastische mogelijkheid bied om deze recensie, net als het boek, in een gestyleerde tweespraak vorm te gieten.
Orthodoxe christenhond
Laten we eerlijk zijn. Dit boek is een goddeloos prutswerk. Hoewel de schrijvers aan het begin uitleggen dat twijfel een middel is en geen doel zijn deze schrijvers wel bezig om impliciet en expliciet twijfel op een ongenaakbaar voetstuk te plaatsen. Twijfel is heilig. Er is niets goed dan twijfel. Dat is de enige zekerheid die wij kennen. Ok, in alle redelijkheid is twijfel natuurlijk op zich wel in orde. Het komt in de Bijbel veelvuldig voor. Maar waar deze schrijvers mee bezig zijn is niets anders dan zichzelf bevestigen. Het is heus wel goed om te twijfelen, hoor. En als er nu maar genoeg andere, vrijzinnige, christenen zijn die dat ook vinden, dan kunnen ze zich goedvoelen en met z'n allen in een hoekje gaan zitten twijfelen. Fijn voor ze.
Akkoord, over het boek. Het is in 3 delen gegoten: christendom in heden, verleden en toekomst. Binnen deze delen worden een paar thema's besproken, telkens in de vorm van een tweespraak van de twee schrijvers. Hierbij wordt er over en weer op elkaar gereageerd om vervolgens onder het kopje "herkenning" elkaar te vinden. Dit wordt elke keer aan de hand van een Bijbeltekst gedaan. Niet dat er ook maar op enige wijze sprake is van uitleg van die Bijbeltekst. Het zou mogelijk zijn alle Bijbelteksten boven de hoofdstukken te verwisselen en niemand zou het merken. Het eind van het hoofdstuk is iedere keer dat we het allemaal niet zeker weten en als we maar lief voor elkaar zijn dan hebben we met kerst volgend jaar een mooie wereld. Oké, ze vechten dan een beetje of daar dan het beste de term "naastenliefde" of "gemeenschap" voor gebruikt kan worden, maar in wezenlijke zin zeggen ze exact hetzelfde. Ze gebruiken er alleen dusdanig veel woorden voor dat het niet opvalt. Alleen Erik toont op enig moment wat ballen door eerlijk te zeggen dat hij niet gelooft dat Jezus is opgestaan. Waar Jaap onderhand staat in z'n geloof weet niemand. Is het een vrijzinnig christen of durft hij ergens nog zekerheid in te vinden?
Vrijdenkend humanistisch atheïst
Hoe vet dat mij, als keihard atheïst, ook gevraagd wordt om iets over dit boek te schrijven. Dat is lef tonen. Voordat ik verder ga, laat ik op dit punt in deze recensie, volkomen nutteloos, een verkeerd geschreven smerig woord invoegen: tietun en neuqseks. Dat maakt mijn argumenten des te krachtiger.
Hoe dan ook. Het is hoopvol om deze beweging binnen de kerk te zien. In dit boekje, dat niet eens heel dik is, laten twee jonge christenen zien dat ze het qua intellectuele capaciteiten beter doen dan de meeste schoorstenen. Ze durven eerlijk te zeggen dat de Bijbel misschien wel niet letterlijk waar is en dat het claimen van een onbewezen dogma's iritant is. Dat er nog geen openlijke boekverbrandingen zijn geweest en de meeste kritiek op dit boek verbaal was doet mij vermoeden dat het steeds beter gaat met religie in Nederland. Nog heel even en het is helemaal verdwenen. Het heeft sinds de verlichting nog een paar honderd jaar te lang geduurd, maar we zijn er nu eindelijk. Een godsdienst vrij land; Jaap en Erik, welkom.
Nu zijn dit uiteraard twee meningen die in mij omgaan. Maar, aan de reacties die ik over dit boek gezien heb te zien, zijn dit misschien ook wel de enige twee meningen überhaupt die er over dit boek zijn. Vrijzinnigen die het fijn vinden om erkenning te krijgen voor hun twijfel en orthodoxen die het boek afbranden omdat het niet net als zijzelf allerlei claims doen die op lucht en leegte gebaseerd zijn.
Wat mij bij het laatste brengt. Waar in dit boek elke tweespraak afgesloten werd met een "herkenning". De twee schrijvers die elkaar vinden op een gezamenlijke grond ga ik deze recencie eveneens afsluiten met een synthese. Tussen de orthodox en vrijdenker.
De nar
In dit boek wordt er op enig moment gezeurd over de slang in het paradijs. Want welke taal sprak dat ding eigenlijk? Jemig. Waar de orthodoxe christen loopt te zeiken dat dat verhaal gaat over een aarde die in exaxt 6 dagen van 24 uur gemaakt wordt en de atheïst lacht omdat Adam en Eva naakt rondliepen poneer ik de volgende stelling: het zal me een vergulde rotzorg op een cracker zijn welke taal die slang sprak. Al jodelde dat kloteding. Al is de aarde gemaakt in 2.5 miljoen jaar terwijl God aan het jongleren was. Volgens mij verteld dat verhaal voornamelijk dat we in een imperfecte wereld leven en dat we daar als mensen aan bijdragen. Is er iemand die dat ontkent? Volgens mij hebben ze voor dat soort mensen van die witte truien gemaakt met van die lange mouwen.
Hoe dan ook. Wat ik mis in dit boek is wat lef. Oké, twijfel is goed. Want sommige dingen in de Bijbel weten we niet zeker. Dat klopt. En nou, flipping, en? Maar wat zou ik graag de volgende discussie tussen deze heren zien: "Is Jezus opgestaan?". Als in, fysiek, letterlijk. Want waar ik er niet mee kan zitten als een jonge-aarde theorie niet vol te houden is, waar het me een zorg zal zijn dat hetzelfde verhaal soms verschillend in de Bijbel staat, waar het me geen pindakaas op een tosti boeit dat er zelfs ethische tegenstrijdig in dat boek staan hebben we nog steeds dat ene verhaal. Dat verhaal dat 4 keer opgeschreven is, door verschillende mensen, van een dude, met lang haar, een baard en een wit kleed, die dood was, en toen niet meer. En hoe je het ook went of keert, dat verhaal is een fantastische hoop, iets om een heel leven aan vast te houden, als het waar is. Want als het niet waar is dan is het een karige wanhoop. Dan is het niet een mooi verhaal, waar in een tweespraak een beetje over gewauweld kan worden, dan is het een lelijke wanhoop die nergens over gaat. Dan is het jezelf voor de gek houden. Dan is het beter om een mengeling van een zelfhulpboek en "in de ban van de ring" te lezen.
Goed. Dat zou mijn voorstel dus zijn. Er staan zo verschrikkelijk veel fouten in de Bijbel. En zonder dit centrale punt is die Bijbel voornamelijk nuttig als deurstop. Maar als het waar is, dan is dat nogal wat, de wereld op z'n kop, alles is anders dan we allemaal denken. Which is it?
Raad ik dit boek aan? Gedeeltelijk. Ik raad aan het te lezen aan iedereen die het normaliter niet zou lezen en raad het af voor een ieder die het lezen zou. Vrijzinnige denkers zou ik gunnen dat ze de twijfel voorbij durven gaan. Maar tegelijkertijd, er zijn te veel christenen die halsstarrig weigeren om met open ogen dat ding te lezen, die wel wat twijfel kunnen gebruiken. Voor hen is dit boek.
Plaats een reactie