
Broeder Mentink
Wat doe je als vermoeide 30'er, moe van de stress en onzekerheid maar met een stiekeme waardering voor de christelijke monastieke traditie? Je gaat een weekje het klooster in.
- wo. 10 nov. 2021 08:00:00
- Dagboek van een Nar
Wat het is, het maakt me niets uit dat ik mijn eigen stereotype ben. Volledig volgens verwachting voldoe ik aan alle vooroordelen van de vermoeide 30'er. Ik pieker veel over het klimaat, de oplopende ongelijkheid, maar ook ons eigen nieuw gekochte huis en hypotheek. Vermoeid van werk, afnemende zekerheid, lockdown, huis kopen, verhuizen, nieuw werk en afgelopen jaar, was het tijd om er tussenuit te knijpen.
Een paar weken terug besloot ik om die rust te zoeken op de manier waarop mannen van mijn leeftijd dat doen. We zoeken een klooster op waar we bier kunnen brouwen, een boek kunnen lezen en 's avonds laat een wijntje drinken in een grote stille ruimte met glas-in-lood-ramen. Met als bijkomende winst een hele week geen "waar denk je aan?", van mijn vrouw. Oh hemel. Zuivere genade.
Voor iedereen die nu op haar achterste benen loopt vanwege mijn rabiate seksisme. Het idee om Dinand een week het klooster in te stoppen kwam bij Daphne vandaan. Misschien niet letterlijk, maar toch zeker, "om draagvlak te creëren bij Dinand is het beter om het idee bij hem zelf te laten ontstaan".
Hoe dan ook. Een week het klooster in, blijf je eigen stereotype. Zo stapte ik op zondagavond met mijn rugzak op de fiets om hier 25 minuten vandaan neer te strijken in klooster Nieuw Sion.
Ik was toe aan rust, hard. Het regende. Het was donker. En buiten de randstad betekent donker, buiten de stad, ook echt donker. Auto's houden hun grootlicht gewoon aan als ze een fietser tegenkomen. Google Maps wist midden in het bos niet hoe te GPS-navigeer en mijn telefoon opende door het regenwater steeds random applicaties. Woest irritant. Mopperen.
Dus volkomen doorweekt, buiten adem, vermoeid en stijf van de adrenaline stuiterde ik de kloosterkeuken in.
Ik ben hier om tot rust te komen! Nu! Meteen!
Gelukkig is de stilte in zo'n klooster groter dan mijn chaos en onrust. Met een marge.
Stilte blijkt niet eng te zijn
Wat het is. Ik wil al langer een keer een klooster uitproberen -ik voldoe aan mijn eigen stereotype- omdat ik de christelijke monastieke traditie kan waarderen. Wat je ook doet, doe het met aandacht. Alles op z'n tijd. Rust. Luisteren, niet uitleggen. Stilte. Ruimte. Trappistenbier brouwen. Dat soort dingen. Ik had er dus ook al wel over gelezen, of gesproken met ervaringsdeskundigen.
Één van de dingen die je dan steeds hoort, of leest, is dat stilte best wel eng kan zijn. Je gaat zitten en in eerste instantie denkt je hoofd en lichaam "ah, dit is lekker" om 2 minuten later te beginnen met weerstand bieden. Misschien eerst nog even koffie zetten. Even goed gaan zitten. Nog een stukje lopen. Eventjes met iemand een praatje maken. Alles doen om maar niet écht stil te zijn. Echt stil zijn is moeilijk voor de meeste mensen. En ik ben Dinand.
Dus toen ik die eerste avond ging zitten, in de grote donkere kerk, tussen de gigantische glas-in-lood ramen; verwachtte ik de voor mij zo gebruikelijke interne kakofonie van klusjes die nog moeten, zorgen die leven, een paar liedjes die tegelijk in mijn hoofd zitten, alle genânte dingen die ik sinds de basisschool gedaan heb, zo'n aapje met een hoed die met 2 bekkens op elkaar slaat, 2 gelijktijdige interne monologen waarbij ik iemand probeer te overtuigen van één of andere sociaal-economische overtuiging en 37 jack-russel's met belletjes aan hun poten die rondjes rennen. Of, zoals ik het noem; mijn gedachten als ik wakker ben. De kerk was leeg, groot, glas-in-lood, stil, geen uitleg, geen oordeel, geen verzoek om verantwoording, ik hoefde er slechts te zijn. Dus die gedachten kwamen, hemel, en werden toen minder en verstomden, alle uitleg over tot rust komen ten spijt. Te moe om te piekeren, er was slechts stilte. Adem uit. Rust.
We zingen vandaag Psalm 23, doorbrak een stem na enkele minuten de stilte. De viering was begonnen.
Geen preek maar stilte
Ik had besloten om mee te doen met de (optionele) vieringen. 4 keer per dag zo'n 20 minuten. Gewoon om te proberen. De eerste om 08:00, de laatste om 21:30. Die vieringen bestaan uit een korte lezing, 2 liederen, een gebed, en 7 minuten stilte. Voor de oplettende lezer: geen uitleg dus, geen preek.
Niemand die uitlegt hoe het zit. Heerlijk. Niet dat ik per sé tegen uitleg ben, studie op z'n tijd. Maar, oh hemel, het is zo fijn om jezelf te verwonderen zonder dat een domineepipo daar doorheen gaat lopen exegetiseren.
Volgens het boekje zou de late viering om 20:30 zijn, maar ik stond voor een dichte deur. Stipt 21:30 ging de bel. De zomertijd was net afgelopen, maar die vieringen zijn ouder dan de zomertijd, die trekken zich blijkbaar niet zoveel aan van dat jaarlijkse uurtje.
Een viering van 20 minuten, waarvan 7 minuten stil. Te kort om je te vervelen, maar lang genoeg om stil te worden. Niemand vroeg me wat ik er van vond. Er werd geen uitleg gegeven. Je hoeft dus geen verantwoording af te leggen over dat je er bent, je kunt er gewoon zijn. Niemand legt uit wat geloof, of God, betekent. Het mysterie kan gewoon even bestaan. Je hebt de tijd om gewoon even stil te zijn en na te denken of je te verwonderen, of alleen even rond te kijken naar die majestueuze kerk.
De stilte, geen verantwoording, gewoon mogen zijn, is genadiger dan alle preken die ik ooit hoorde.
Ik meen dat overigens wel degelijk.
Alsof het normaal is
Tijdens de week kwam ik tot rust en voelde me vrij snel op mijn gemak in het klooster. De eerste viering ging ik, tot mijn grote schrik, instinctief op de knielbankjes zitten. "Mag dat wel?", vroeg ik me verschrikt af. Ben ik zo niet een enorme spirituele uitslover? Het bleek voor bijna iedereen gebruikelijk om op die knielbankjes te zitten. Gelukkig maar, want het voelde wel geborgen, rustig, in een klein groepje vooraan in die kerk, moest ik eerlijk toegeven.
De eerste viering zat ik nog stom me af te vragen wat nu eigenlijk de bedoeling was. Bleek niet zo moeilijk. Je pakt zo'n blauw mapje, die sla je open, de eerste bladzijde daar staat boven "ochtendviering", met vervolgens wat er gaat gebeuren. Sla je de bladzijde om dan staat er "middagviering". Dat snapt dus echt iedereen. Goed ontwerp eigenlijk wel.
Twee vieringen later voelde het alsof alles logisch was. De klokken worden geluid, je legt je boek neer, loopt naar de kerk, gaat zitten, laat alles over je heen komen, 7 minuten stil. Staat op, loopt terug naar je boek en leest verder.
Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is.
Overdag lezen, mountainbiken, wandelen of met muziek op mijn oren ergens in een hoek zitten. Al snel ontdekte ik waar ik me moest vermaken. Als ik wilde lezen zat ik in de "druivengang", dat is een gang waar de druivenbomen van buiten naar binnen geleid worden en onder het plafond hangen (zie foto bovenaan deze blog).
Mijn andere favoriete plek was de keuken. Al snel ontdekte ik dat je alle roddels meekrijgt als je daar gewoon stil in de hoek gaat zitten lezen.
Diep van binnen blijf ik een nieuwsgierig ventje.
Opvallend was ook de leeftijd van de aanwezigen. Één 30'er (ondergetekende) en voor de rest bejaarden, zou je verwachten. Niets bleek minder waar. Er liepen voornamelijk jongeren rond.
Een oude bekende van me bleek in het klooster te wonen. Had ik een paar jaar terug wel gehoord, maar was ik vergeten, verassing om Hein binnen te zien lopen. Die negeerde mij stoïcijns terwijl ik oneerbiedig-edoch-vrolijk zat te zwaaien. Ik vond dat knap en verbaasde mij over zijn diepe spiritualiteit om in heilige momenten zelfs oude vrienden niet op te merken. Die avond stuurde ik een sms. Bleek niet zo spiritueel te zijn, hij had me gewoon niet gezien.
Het kan uit om mensen te kennen overigens. De laatste avond kreeg ik een privé rondleiding, de ruimtes die je normaal niet te zien krijgt. De zolderverdieping. De oude grote waskamers en slaapzalen waar de monniken tot 2015 nog leefden. De loopbrug die boven de gewelven van de kerkzaal hing, in de donkere ruimte tussen de bogen en het schuine dak. De klokkenstoel. Die avond mocht ik de klok voor de viering luiden. Met zo'n touw en alles. Is nog best zwaar. Huhuhu.
Ook leerde ik dat er nog een vrij groot hiaat zit in mijn (toch niet misselijke) kennis van kerkgeschiedenis; namelijk de verschillende monnikenordes. Benedictijnen, cisterciënzers, cisterciënzers van de stricte observantie, die ooit begonnen in de abdij Notre Dame de la Grande Trappe en daarom ook wel Trappisten genoemd worden. Ja, dat zijn die monniken die dat goede bier brouwen, Westvleteren enzo ja.
Nu, weer terug thuis uit het klooster vraag ik me af of ik een goede smoes kan verzinnen om af en toe nog eens terug te gaan. Gewoon voor een viering ofzo. Ze gaan er binnenkort beginnen met bier brouwen. De ketels zijn vorige week aangekomen hoorde ik. Misschien moest ik maar eens vragen of ik af en toe kan helpen in de brouwerij.
Van verschillende kanten werd ik al "Broeder Mentink" genoemd. Blijkbaar hing die grap in de lucht.
Wat het is. Stilte. Eenvoud. Bier brouwen. Broeder Mentink. Het maakt me niets uit, blijkbaar ben ik mijn eigen stereotype.
Plaats een reactie