
Huisvuilpas
Zaterdagochtend, even langs de stort. We zijn de logeerkamer aan het legen om er een kinderkamer van te maken. Één keer in de drie jaar heb je de huisvuilpas nodig. Maar gelukkig, die ligt altijd in het laatje; dus hoe moeilijk kan het zijn?
- di. 28 feb. 2023 09:30:00
- Dagboek van een Nar
Het is een terugkerend ritueel. Iedere keer als wij naar de stort moeten —zo ongeveer eens per twee jaar— zitten we al in de auto wanneer we bedenken dat je zo'n huisvuilpas nodig hebt. Gelukkig hebben wij als functionerend huishouden afgesproken waar de huisvuilpas ligt. In het laatje met alle pasjes van bouwmarkten, spellenwinkels, blauw-gele-meubelzäken en blokkerdukaten.
Dus toen ik mijzelf uit de auto terug het huis in gesleept had en het laatje opentrok was de huisvuilpas nergens te bekennen. Wat volgde was de typische rustige zoeksequentie die je mag verwachten; in blinde paniek alle lades en kasten opentrekken en de inhoud in een wijde boog over de vloer heen yeeten.
We vonden de huisvuilpas uiteindelijk terug in de broekzak van mijn werkbroek die nog op de stoel lag. Geen idee waarom Daphne hem daar gelaten had, maar we hadden hem terug.
"Lieverd. Ik blijf hier verder heel rustig over", zei ik, met de redelijkheid die jullie van mij gewend zijn. "Die huisvuilpas die hoort in het laatje, dat is de enige plek waar ie hoort. Nou waarom lag ie daar niet?"
"Ja, weet ik veel. Niet zo zeuren; we gaan nu."
De rest van de zaterdag was een stuk minder opwindend. We stonden een uur in de rij bij de stort.
"De slagboom van links gaat telkens twee keer open en dan onze", legde ik Daphne uit. "Dat is waarom het zo lang duurt".
"Niet zo zeuren, daar zal vast over nagedacht zijn."
"Ik geloof er niets van, ik hou het bij, let maar op", zei ik zelfverzekerd terwijl ik pen en papier pakte om te turven.
Na ongeveer 1700 jaar waren wij ook aan de beurt (slagboom links: 22, onze slagboom: 14, zie je wel) en konden we het logeerkamermatras achterlaten. Niet per ongeluk de autosleutels in de container gegooid. Trots.
Vervolgens deden we de Wooonze aan. Dat is zo'n meubeltoko op het industrieterrein waar we een bank op het oog hebben. Ik vroeg de medewerker of er ook zo'n handig plankje tussen de twee bankdelen kan.
"Bij de meeste banken die wij hier hebben niet. Zo'n plankje kost nogal wat ruimte en dat is leuk als je in een villa woont, maar de meeste mensen die hier komen hebben een normaal huis."
Ok, ik mag die verkoper meteen. Alle banken proefgezeten. Ongeveer 4 keer mijn jas over een bank en zeker 2 keer mijn hoed op een tafeltje laten liggen. Prima koffie.
Door naar de kringloop. Dat is een nuttige plaats om rond te hangen als je een kind verwacht omdat veel van de spullen die je nodig hebt daar voor twee appels en een ei te vinden zijn. Ik vond een paar Asterixen. Strikt genomen is de kleine daar met minus-4 maanden nog wat jong voor, maar dan heb je ze maar vast. Halverwege de kassa bedacht ik dat ik één al had, dus die legde ik nog even terug. Telefoon gebruikt om te kijken welke Asterixen ik al in huis heb, niet op de stripboekbakken laten liggen.
Bij de andere kringloop bij babybadjes gekeken. Daar zat niets tussen. Via marktplaats een afspraak gemaakt met een stel in Apeldoorn om daar een commode en ledikantje op te halen. Terwijl Daphne de auto voorreed tilden meneer en ik de commode naar beneden. Alles in de auto, nog even m'n jas pakken die ligt nog binnen over de trap.
Al met al, een leuke productieve zaterdag wel, leek mij zo. Heerlijk. De babykamer begint toch vorm te krijgen.
"Zeg, lief. Waar hebben we nu uiteindelijk die huisvuilpas gelaten?", vroeg ik Daphne die avond op de bank.
"Die hadden we gelegd waar ie hoort. Toch?"
"Oh ja. Vast."
Plaats een reactie